jantje moppen
Jantje gaat bij oma en opa logeren in de vakantie. Als hij moet plassen roept hij oma en zegt;" Ik moet piesen oma" . "Maar Jantje", zegt oma, "dat is niet zo netjes zoals jij dat zegt." "Ja, maar ik moet zo nodig piesen oma" "Laten we afspreken dat je vanaf nu fluiten zegt in plaats van piesen." Als Jantje 's nachts wakker wordt door een nare droom mag hij van opa in het bed van opa en oma komen liggen. Na een tijdje stoot hij opa aan en zegt hij dat hij nodig moet fluiten. "Maar Jantje", zegt Opa, "dat kan toch niet midden in de nacht, zo wordt oma nog wakker!" "Maar opa, ik moet echt heel nodig fluiten!" "Nou vooruit dan maar", zegt opa. "Doe het dan maar even heel zachtjes in mijn oor."
Papa en Jantje zitten op het strand. Jantje zegt: "Lekker windje he?" Zegt Papa: "Ja, he" Zegt Jantje: "Zal ik er nog eentje laten?"
Jantje zit op school en de meester heeft het over begrafenissen. Jantje let alleen niet op en zit met zijn gummetje te spelen. Hij doet alsof het gummetje leeft. Perongeluk laat hij het gummetje op de grond vallen. En hij bukt om het te pakken. Precies op dat moment vraagt de meester: "Jantje, wat zou jij op mijn grafsteen schrijven als ik dood was?" Jantje ziet alleen net zijn gummetje liggen en zegt: "Aha, daar heb je je verstopt."
Jantje mag per dag maar 1 woord telkens hetzelfde zeggen. Deze dag mag hij alleen maar JA zeggen. Komt hij bij de slager: wil je een plakje worst? Jantje: Ja! Komt hij bij de groenteboer: Wil je een stukje sla? Jantje: Ja! Komt hij bij een boxer: Wil je een blauw oog? Jantje: Ja! Jantje komt thuis met een blauw oog. De volgende dag mag Jantje alleen maar NEE zeggen. Kom hij bij de slager: Wil je een plakje worst? Jantje: Nee! Komt hij bij de groenteboer: Wil je een stukje sla? Jantje: Nee! Komt hij bij de boxer: Wil je het me vergeven? Nee! Komt hij thuis met een blauw hoofd. De volgende dag mag Jantje alleen maar HOERA. Komt hij bij de slager: Wil je een plakje worst? HOERA! Komt hij bij de groenteboer: Wil je een stukje sla? HOERA! Komt hij bij de boxer: Mijn oma is vanacht overleden. Jantje: HOERA! Komt Jantje trug met een blauw lichaam.